Vloerverwarming is heerlijk comfortabel in de badkamer. Wat is lekkerder dan ’s morgens uit bed op een verwarmde vloer te stappen? En ook na het douchen is een verwarmde vloer erg comfortabel, zeker in de koude maanden. Vloerverwarming wordt meestal aangelegd in de woonkamer en keuken, maar zeker ook in de badkamer. Maar hoe doe je dat eigenlijk? En waar moet je rekening mee houden als je vloerverwarming in de badkamer wilt?

1. Je vloer (laten) verwijderen

Om vloerverwarming aan te leggen, moet altijd eerst de vloer verwijderd worden. In de meeste badkamers is er al een tegelvloer. Je hebt de keuze om deze te verwijderen of om de nieuwe vloer er bovenop te plaatsen. Bedenk wel dat je nieuwe vloer dan al snel 7-12 cm boven de oude vloer zal komen te liggen. Het is dus beter om de oude vloer te verwijderen. Meestal zal de tegelvloer met een drilboor verwijderd moeten worden.

2. De nieuwe vloer voor je badkamer kiezen

Kies een nieuwe vloer voor de badkamer. Deze moet uiteraard mooi zijn, maar ook praktisch. Er zijn diverse soorten houten vloeren die goed bestand zijn tegen vocht. Zij zijn dus ook geschikt voor de badkamer. Vloerverwarming i.c.m. een houten vloer gaat heel goed, mits je de juiste houtsoort kiest. Naast houten vloeren is er natuurlijk nog een ruime keus uit PVC, vloertegels, gietvloeren enzovoorts.

3. Elektrische vloerverwarming of centrale vloerverwarming?

Er zijn twee soorten vloerverwarming. In de woonkamer en keuken wordt de vloerverwarming meestal aangesloten op de CV. Maar in de badkamer hoeft dat niet perse. Je kunt ook elektrische vloerverwarming aan laten leggen. Dat heeft als voordeel dat het systeem onafhankelijk van de rest van de CV gewoon zijn werk doet. Je kunt het systeem dan apart bedienen. Elektrische verwarming is niet het meest efficiënt, maar kan wel praktisch zijn als je zonnepanelen hebt of als je CV installatie niet kan worden aangesloten op je vloerverwarming. Met elektrische vloerverwarming moet je natuurlijk goed opletten dat er een veilige elektrische aansluiting wordt geplaatst.

4. De vloerverwarming laten plaatsen

Vloerverwarming plaatsen is niet zo moeilijk. Maar het moet wel goed en nauwkeurig worden gedaan, anders is er kans op problemen met de doorstroming van het water en de verdeling van de warmte. Je zult dus meestal een bedrijf inschakelen voor het plaatsen van de vloerverwarming. Als de vloerverwarming goed is geplaatst, wordt de vloer meestal volgegoten met een cementdekvloer of met Egaline om de vloer af te werken. Daarop komt dan de nieuwe bovenvloer.

5. De bovenvloer (laten) plaatsen

Een bovenvloer kun je soms zelf plaatsen, maar soms ook niet. De ene vloer is moeilijker dan de andere. Zo kun je bijvoorbeeld als je handig bent zelf een tegelvloer plaatsen. Een gietvloer is daarentegen echt een klus voor een specialist. De gietvloer kosten kunnen sterk uiteenlopen omdat er zoveel verschillende typen gietvloer zijn. Let erop dat je de juiste gietvloer kiest, want niet elke soort gietvloer is volledig vochtbestendig. De bovenvloer van de badkamer moet altijd met zorg geplaatst worden, omdat er anders vervelende vochtproblemen kunnen ontstaan.

6. Houd rekening met droogtijd van de dekvloer

Gebruik je vloerverwarming in het begin nog niet. De leverancier zal hierover advies geven. Sowieso mag vloerverwarming de eerste 6 weken na aanleg nog niet aangezet worden. Dat komt omdat er anders, door temperatuurverschillen, problemen kunnen ontstaan met de dekvloer. Deze moet eerst goed uitdrogen en dat kost tijd. In een badkamer kost het uitdrogen langer dan in andere ruimtes, meestal wordt er dan 8-10 weken gerekend.

Vloerverwarming in de badkamer is heerlijk om te hebben. Je hoeft dan niet meer telkens over de koude tegelvloer met je blote voeten. En houd je rekening met deze 6 tips, dan komt het helemaal goed met de vloerverwarming in jouw badkamer.